The Young Ones

MENU
  • Verslagen
    • Video
    • Tekst
    • Foto
    • Illustratie
  • The Young Ones
  • Contact
  • Partners
  • Neem deel
  • Home
  • The Young Ones
  • Partners
  • Facebook
  • Email me
  • 26 augustus, 2020 • 1597

    Michiel Vandevelde -interview

  • 12 juni, 2020 • 1488

    Portret Kunstsite Juni 2020

  • 5 maart, 2020 • 2365

    The Good Life

  • 24 januari, 2020 • 1677

    Filarmonica della Scala olv. Riccardo Chailly Beethoven

  • 23 januari, 2020 • 1668

    “Backstreet’s back, alright!”: BaqueStriBois – enkele...

  • 15 januari, 2020 • 1868

    BaqueStriBois: een gesprek met José...

  • 6 januari, 2020 • 3426

    MiXmass Behind the scenes met Eefje de Visser

  • 26 augustus, 2020 • 1597

    Michiel Vandevelde -interview

  • 12 juni, 2020 • 1488

    Portret Kunstsite Juni 2020

  • 5 maart, 2020 • 2365

    The Good Life

  • 24 januari, 2020 • 1677

    Filarmonica della Scala olv. Riccardo Chailly Beethoven

  • 23 januari, 2020 • 1668

    “Backstreet’s back, alright!”: BaqueStriBois – enkele impressies

  • 15 januari, 2020 • 1868

    BaqueStriBois: een gesprek met José Ramón Hernández & Yohayna Hernández

  • 6 januari, 2020 • 3426

    MiXmass Behind the scenes met Eefje de Visser

  • 18 september, 2019 • 1973

    Les Damnés – of hoe theater in de ziel snijdt.

  • 17 september, 2019 • 3066

    Anne Teresa De Keersmaeker, een dodecaëder

  • 17 juni, 2019 • 2909

    Pina Bausch 1980 “I have never seen one”

  • 15 juni, 2019 • 1798

    1980 – Een stuk in de tijd

  • 7 mei, 2019 • 1756

    “Ik dacht dat ik gemaakt was voor het rockersleven”: een gesprek...

  • 1980 – Een stuk in de tijd

    15 juni, 2019 • Tekst, Verslag • 1798

    Onze tijd wordt steeds kostbaarder. Wanneer iedereen druk-druk is, vijf minuten voor de voorstelling komt binnengehaast, nog snel een e-mail verstuurt in de wachtrij van de vestiaire om de deadline te halen, vormt het theater een oase van rust: een van de enige plekken waar je je nog compleet kan overgeven aan wat er rondom je gebeurt. Waar de telefoon uit moét, waar fotograferen van het meest instaworthy moment verboden is, waar een babbeltje slaan taboe is. Een plek om je blik te richten op één panorama, en daar gedurende de tijd van de voorstelling helemaal in te duiken, de diepte in.

    De bijna vier uur die 1980 – Een stuk van Pina Bausch in beslag neemt, is dus niet vanzelfsprekend op een doordeweekse woensdagavond. Een kostbaar stukje tijd, en ook de prijs moet niet onderdoen. En toch lopen honderden mensen door de deuren van de Stadsschouwburg in Antwerpen omstreeks 19u. Ondertussen maken de dansers van Tanztheater Wuppertal zich klaar voor één van de meest intense voorstellingen – ze zijn immers bijna heel de tijd op scène.

    Bij het binnenkomen van de zaal hangt de geur van lente in de lucht – het groene grasperk dat het podium bedekt biedt een verfrissend theaterbeeld. Een scenografie van Peter Pabst, nadat de vaste scenograaf (en partner van) Bausch, Rolf Borzik, in januari 1980 overleed. De hele voorstelling, die niet lang na zijn dood in première ging, zal ermee bedwelmd zijn: onbevattelijk verdriet, maar ook een enorme levensdrang en -vreugde. 

    ‘Sorry you had to go so soon. It was a pleasure to have you here.’ Al in de eerste momenten van de voorstelling wordt er uitgebreid afscheid genomen van elkaar. Na het verlies van een dierbare komt de leegte die de persoon achterlaat, een op maat gemaakt gat dat bodemloos lijkt. In de voorstelling proberen de dansers wanhopig dat gat te negeren. Ze dansen er rondom, proberen de leegte erachter te maskeren met oppervlakkige, zinloze praatjes, een radeloos herhalend gebaar als een vraagteken, een illusie van orde in de vorm van een rij ontblote benen. Een meester goochelaar komt je tijdelijk begoochelen, maar laat je uiteindelijk ook weer in je eigen verwarring achter, als een eeuwige cliffhanger hunkerend naar een catharsis.  Een ritualistische collage, een ode aan het leven en de dood en alles ertussen, een poging tot verwoording en verbeelding van het mens-zijn in al zijn emoties: 1980 is een stoet van soms intense, energieke momenten, afgewisseld met momenten van ontspanning en verstilling.

     

     

    Vier uur lang breng je tijd door met het stuk, met het publiek, met de acteurs, met de ruimte. Er wordt thee uitgedeeld, chocolaatjes in het publiek geworpen, sigaretten samen opgerookt. Een band wordt gesmeed. Het universum van Pina Bausch – met de luchtige vrouwenjurken, de net iets te grote mannenpakken, de eclectische keuze van melancholische muziek, de flarden tekst – voelt ondertussen vertrouwd aan. Zoals The Young One collega Lisa Deckers opmerkte: de dansers en acteurs van Wuppertal verwelkom je bijna als familie. Het is aangenaam vertoeven op die plek tussen de vertrouwde comfort zone van Bausch’ herkenbare universum, en de ruimte en openheid voor verrassing, voor de uniciteit van elke voorstelling op zich.

    Al is die vertrouwdheid niet vanzelfsprekend na 40 jaar: bij elke herneming krimpt de originele cast van de voorstelling, en komen er nieuwe gezichten bij. Maar de bewegingen blijven hetzelfde, net als de kostuums en de rekwisieten –  van de typische caféstoelen tot de oude filmcamera en zwartwit televisie. Hoe bewegen de acteurs zich in deze voorstelling doorheen de tijd? Sommigen spreken al 40 jaar dezelfde woorden uit, dansen dezelfde passen. Sommigen betreden de grasgroene speelruimte voor de eerste keer – en worden verwacht om strak in de voetsporen van de voorgaanden te treden. Waarom voelt deze voorstelling dan niet aan als een museum? Als een relikwie van de Heilige Pina dat stil Is blijven staan in de tijd? De voorstelling spant niet als een strak korset, maar voel eerder als een van de typische luchtige jurken die de actrices dragen, die zowel vrijheid als vrouwelijkheid lijken te bieden. Het voelt als een voorstelling die lééft, ondanks de donkere thema’s, ondanks de verstreken 40 jaar. Van ‘happy birthday to me’ en kinderspelletjes tot verstilde dansen en begrafenis rituelen: om het verstrijken van de tijd kan je niet heen. De kern van ons bestaan, waar we in rondjes omheen lijken te lopen in het dagelijkse leven, krijgt in het theater de tijd, de ruimte, de volle focus. In al zijn complexiteit. 

    Op het einde van de voorstelling ruikt het gras muffer, de frisse lentegeur is verdwenen. De voorstelling is weer een avond ouder. Dat kostbare stuk tijd – vier uur op een woensdagavond – van acteurs en publiek, is op de rijkst mogelijke manier ingevuld.

    Read More »
  • “Ik dacht dat ik gemaakt was voor het rockersleven”: een gesprek met Christian Rizzo

    7 mei, 2019 • Geen categorie, Tekst • 1756

    “Ik ben zo blij nog eens naar de Singel te komen; dat is een beetje een tweede thuis voor mij. Met Une maison wordt dat dan eigenlijk een huis in een huis”, zegt Christian Rizzo, ons telefoontje over zijn voorstelling van dit weekend afsluitend. Ik glimlach en bedank, de maffe architecturale constructie van een huis in een huis voor ogen halend.

     

    Rizzo valt met zijn 54 een legende van de Franse dans te noemen. Al koos hij daar naar eigen zeggen niet zelf voor, de dans leek hem te kiezen na zijn wispelturig levenspad. Als lid van een rockband meanderde hij langs de beeldende kunsten en mode alvorens zijn carrière als choreograaf te vinden. Waarom blijft hij dan kiezen voor dans? Zodat hij niet hoeft te kiezen. “Ik kan alles combineren wat ik wil: ruimte, tijd, geluid!” Met dans heeft hij vooral de vrijheid gevonden om alles wat hij verlangt te uiten: als choreograaf bezit hij immers een bijna grenzeloze ruimte om in te experimenteren. Dans is voor Rizzo dan ook bij voorkeur de manier om een doel te communiceren door middel van drie pijlers: een lichaam, tijd en ruimte. Dans laat hem de mogelijkheden om een gemeenschap op te bouwen onderzoeken. Wat doet dat met de mensen? De mogelijkheid om contact te maken met een ander lichaam is inherent aan het bezitten van een lichaam, maar wordt in de bestaande maatschappij vaak enkel op intieme of gewelddadige wijze vervuld. We staan niet stil bij hoe we onze lichamen kunnen inzetten om elkaar beter te begrijpen. In principe, zegt Rizzo, kiest hij gewoon de meest gepaste kunstvorm voor elk idee dat hij heeft, en dat blijkt vooral de choreografie te zijn – waarvan hij het componeren van een geheel als kern ziet. Anders dan als danser ben je als choreograaf een soort opzichter van een beeld. Het mooiste vindt Rizzo bijgevolg wanneer hij erin slaagt de dingen voor zichzelf te laten spreken, maar tegelijkertijd ook een nieuwe dimensie te vinden.

     

    “In deze samenleving doet men ons geloven dat alles eeuwig is. Met zoʼn illusie kan het ontwaken in de werkelijkheid hard zijn. Ik geloof het tegenovergestelde. Alles verdwijnt. Enkel door rituelen kan je dingen in stand houden of herinneren.” Naar eigen zeggen beleefde Rizzo zijn eerste ritueel tijdens een punk rock concert. Hij was gefascineerd aan hoe het ritueel net datgene is dat aan het dagelijkse voorbijgaat of zelfs ontsnapt. In rituelen zijn we onlosmakelijk verbonden, al kijken we allemaal naar onze eigen actie – en niet naar elkaar. We spreken niemand aan en zijn toch meer samen dan we ooit kunnen zijn. “Maar eigenlijk heb ik het over verdwijnen”, zegt Rizzo plots. We verdwijnen immers allemaal op het eind: hoe gaan we om met dat verlies? Door de leegte in dans te openen kunnen we op zoek naar die acceptatie, we kunnen trachten het onzichtbare te delen. Hij wijst me op het onvertaalbare éloge: “dat zegt het zowat”.

     

    Op 10 en 11 mei kan u Une Maison bekijken in de Singel. Dat gaat over de terugkeer naar de bodem van het huis, die voor Rizzo in essentie altijd weer terugverwijst naar ons verlangen een gemeenschap te zijn. In een huis zitten betekent nog niet dat dat je thuis is. Zo vindt Rizzo bij elk project een nieuwe familie, een nieuwe thuis. “Familie wordt gevormd door hoeveel tijd je er in wilt steken, toch?” Ook hier ziet hij de spanning tussen elementen op zichzelf en het gemeenschappelijke: hoe verhouden we ons in het huis tot elkaar? Wanneer we met meer zijn worden we interessanter. Twee breinen zeggen meer dan één, meent Rizzo. En uiteindelijk gaat het hem altijd om liefde. Er is geen radicale tegenstelling tussen de virtuele en de organische wereld – zoals het zo vaak lijkt wanneer het over liefde gaat. Rizzo wil zoeken naar de juiste link tussen de twee, hoe ze kunnen versmelten tot iets moois. In Une Maison wil hij dan ook een soort toekomstvisioen creëren van hoe dat in zijn werk kan gaan. Hoe de liefde zich tussen alles een weg baant, en een huis in een huis groeit.

     

     

    Tickets voor Une Maison bestelt u via https://desingel.be/nl/programma/dans/christian-rizzo-ici-ccn-une-maison?id=a0J0N00002oieeCUAQ

     

     

     

    Read More »
  • Antigone met mango: Cecilia Lisa Eliceche on the ghost of Lumumba

    30 april, 2019 • Geen categorie, Tekst • 1557

     

    We wandelen de scène op. Vaag herken ik wat ik bestempel als Congolese muziek – al besef ik na een namiddag  luisteren naar de dekolonialiseringsgesprekken van Fabian Barba en zijn groep internationale dansers maar al te goed dat dat een reflex is om de muziek te anderen. Ik benoem ze als sfeer. Ik zie een kleien portret van Lumumba aan een koordje bengelen en bevestig voor mezelf: Congo. Al tracht ik nog zo hard om blind binnen te wandelen.

    Aan een tafel staan kommetjes met eten. Het is vegan, glutenvrij en raw, verzekert de dame achter het tafeltje. Ik neem een kommetje en begin alweer in mijn hoofd de associaties en verwachtingen die het kommetje rauw fruit en wat eruit ziet als energieballetjes in mij oproepen af te gaan. Ik stop mezelf. Maar ik denk op dat moment dat er met het eten iets te zeggen valt.

    Ze kan niet dansen. De tijd moet even worden stilgezet.

    We zitten. Op kussens. De gemoedelijke muziek vaagt weg en Cecilia Lisa Eliceche zet zich neer op een houten box. Ze gaat een ‘dancerly lecture’ houden, zegt ze. En met bibberende handen neemt ze een hoopje papieren. Ik neem mijn eerste stukje mango, voorzichtig, niet wetend of het al ‘mag’, het moment aftoetsend. Cecilia spreekt, bibbert stemmig, en ik zet mijn kommetje weer neer.

    Ik vraag me af wanneer de dans komt. Het papier beeft in haar handen, ik verslik me in de mango. Ik schuif het bord weg. Ik kan niet eten. Ze danst niet. Ze kan niet dansen. De tijd moet even worden stilgezet.

    Eliceche roept met haar tekst de geest van Lumumba écht op. Híj danst tussen ons in, de woede die zijn verhaal oproept vult mijn maag en laat geen ruimte voor sla. Eliceche zelf is woedend, verdrietig, ze friemelt aan haar bril en broek om niet te verzanden in emotie. Ze wil met haar lezing een symbolische begrafenis voor Lumumba’s geest en verwijst daarnaast naar de onbegraven Congolese lijken in opslagplaatsen onder de zoo, het Afrikamuseum,… Ze wijst ons op de grove alledaagsheid waarmee België omgaat met ‘haar’ Congo. Ze vertelt over hoe de Belgische kunst tijdens een verbroederingsproject naar Congo wordt gebracht, met een inkomstticket dat ettelijke munten boven het gemiddelde Congolese inkomen ligt. Ze vertelt hoe we proberen, maar niet slagen. Als een moderne Antigone begraaft Eliceche de verstotenen, en de demonen van de Belgische geschiedenis drukken op mijn schouders.

    Eliceche bedankt na afloop de kookploeg en nodigt uit tot het dessert. Misschien was het eten er enkel om een gezamenlijk gebeuren te creëren. Misschien vond ze het gewoon een uur om te eten. Maar haar dancerly lecture deed voor mij de tijd stilstaan en mijn organen een knoop in zichzelf leggen. Ze doet realiseren dat Lumumba’s tragische einde niet zomaar een punt in de geschiedenis is, maar een geest die ons tot op heden achtervolgt. Wanneer ik de zaal verlaat, vervul ik mij met een gevoel van noodzaak om ook zelf mijn Antigoneproject te vinden. We moeten op zoek naar de gedoofde stemmen van het verleden.

    Ik zag deze voorstelling op 30 maart 2019 in het kader van de dansdriedaagse Dance in the Crossroads, gecureerd door Fabian Barba. 

    Read More »
  • ROSAS – fanmail

    11 april, 2019 • Tekst • 2556

    Mijn beste Mevrouw De Keersmaeker,

    Beste Anna Teresa,

     

    Ik ben Jan Sanen, 33 jaar. Ik woon in Antwerpen waar ik werk als muziekdocent aan het Koninklijk Conservatorium. Ik leerde je werk voornamelijk kennen in concertgebouw deSingel, waar ik vaak en graag vertoef. Daar groeit mijn liefde voor dans gestaag. Waar ik eerst op het vertrouwde domein van de muziek bleef, geniet ik er steeds meer van om naar dans- en theatervoorstellingen te gaan en over grenzen heen te kijken.

    Ik heb lang getwijfeld of fanmail nog van deze tijd is, maar ach, ik hoop je ermee te verblijden. Afgelopen vrijdag zag ik je gezelschap Rosas & B’rock orchestra met de 6 Brandenburgse Concerto’s en het liet me nadien niet makkelijk los. Met deze brief schrijf ik de euforie en ‘het onder de indruk zijn’ even van me af. Een van de mooiste inzichten die ik tijdens de voorstelling kreeg, was dat ik dringend mijn studenten moet laten kennis maken met jouw werk. Ik mag mezelf gerust een muziekkenner noemen, en toch slaagde je er ruimschoots in om me de muziek beter te doen horen! Een masterclass voor alle muziekstudenten in het conservatorium van Anne Teresa De Keersmaeker zou welkom zijn… Wanneer ben je vrij? Enfin, ik ontdekte ook dat je wat boeken hebt uitgegeven en dat er wel wat beeldmateriaal terug te vinden is via je site dus ik kan de studenten al vast op weg zetten.

    Concerten zijn vaak een statisch iets. Het is niet makkelijk om geconcentreerd naar zes Brandenburgse concerten te luisteren. Dankzij je choreografie kreeg de muziek zoveel dimensies meer; beweging, humor, frivoliteit, passie, pieta, … Het was geweldig hoe de muziek werd georkestreerd op het podium. Hoe ik keek naar 6 rondes in een bokswedstrijd (wat een outfits trouwens), hoe de dans de muziek inleidde of uitleidde, hoe je met een schijnbaar simpele ingreep als een hond op het podium meteen een jachttafereel deed aanschouwen in de muziek, hoe een dansende arm synchroon met een strijkstok bewoog. Hoe de dansers ieder hun eigen stijl behouden binnen het geheel, hoe leeftijd en gender weinig rol speelden, zowel in het orkest als in het dansgezelschap. Het samenspel tussen een klavecimbel en een indrukwekkende danser, de swoosh (of hoe heet dat onnozele dansje) die ontleed werd, cirkels en andere figuren, wiskundige patronen, je bleef me telkens weer verbazen.

    De samenwerking met Bach, die ongetwijfeld eens heeft moeten glimlachen in de hemel, die ligt je. Maar dat bewijzen overvolle zalen en staande ovaties natuurlijk ook. Een van mijn grootste dromen zou zijn om eens als muzikant samen te kunnen werken met iemand als u! Amandine Beyer is trouwens je evenknie in het orkest. Wat een plezier en muzikale energie straalde ze uit. (Op naar partita 3?)

    Ik zou het heel fijn vinden als u ooit de tijd heeft om een antwoord te schrijven. Wie weet kan ik je eens ontmoeten of interviewen. Ik bedank je om de tijd te nemen de brief te lezen en wil je veel succes wensen met toekomstige projecten. Ik kijk in elk geval uit naar je volgende voorstellingen.

     

    Vriendelijke groeten van een grote fan!

    Jan

    Read More »
  • SAMUEL BAIDOO over BOUGE B

    16 maart, 2019 • Geen categorie • 1903

     

     

     

     

     

    llustrator, vormgever en danser Samuel Baidoo, afgestudeerd aan het Conservatorium in Antwerpen, brengt zijn korte solo met live electronics. 

    Samuel Baidoo: BOUGE B is een festival voor dans en ook muziek en concerten. Veel internationale artiesten, opkomend talent en vaste waarden. Dus een sort van MISHMASH en heel diverse programmatie gepresenteerd op een minder conventionele manier. Het publiek scène sur scène in een bijzondere opstelling. Je bent heel vrij als publiek.
    Ik zat naar het eerste optreden te kijken met een Vedett in mijn hand en dat in deSingel!

    Op zaterdag 16 maart 2019 danst Samuel Baidoo zijn solostuk de Zonnekoning.

    http://theyoungones.desingel.be/wp-content/uploads/2019/03/Samuel-Baidoo.mp4
    Read More »
  • BOUGE B Cassiel Gaube

    16 maart, 2019 • Geen categorie • 3378

     

     

     

     

     

    In his solo Farmer Train Swirl/ étude, dancer and choreographer Cassiel Gaube goes in search of the intersection between walking and house music.

    Cassiel Gaube: It was the nicest performance of this solo that I did till now because of the set up. deSingel wanted a club edition. The audience in a U-shape, that worked out very well. When I arrive I want to create a common space. Giving some context on what I do is important and at the same time it loosens up the space. The work is an experiment and is a study on transformation. The point is to experiment, not just to show house dance. Meanwhile I want to honour the material. I want this to be my departure habitat, the environment and the ecosystem from which I depart. My history is the background. I accept that I have a certain subjective history. I went through PARTS (Performing Arts Research and Training Studios Anne Teresa De Keersmaeker) afterwards I lived in Paris for two years and travelled several times to New York.
    The work I make is trying to explore these different dimensions.

    I never get to the run if nobody is looking at me, because it is very exhausting. I meditate, drink coffee and then really enjoy when people are there, there is a loop and I manage through the whole thing.

    http://theyoungones.desingel.be/wp-content/uploads/2019/03/Bouge-B-Cassiel-Gaube.mp4
    Read More »
  • Anne Teresa de Keersmaeker – interview.

    10 maart, 2019 • Geen categorie • 1740

    a1ib000000PIniJAAT.jpg (1772×1182)

    © Anne Van Aerschot

    Continue Reading

    Read More »
  • A Talk with Daniel Linehan A BODY OF WORK

    20 februari, 2019 • Geen categorie • 1984

    This talk with Daniel Linehan is very inspiring. In his new solo “A Body of work” he looks back to his oeuvre and even further back to own childhood memories.

        Linehan: “I was interested to take a look back at all the work that I have been making as a choreographer over the past (almost) 15 years. I wanted to revisit some of the fragments from these dances that have stayed most with me. Some people have asked me: “Well, you are still relatively young, why are you making a work that is kind of retrospective, a work that is looking backwards?” We live in a day and age where there is always pressure. Always think of something new, make something new. I think it is important to take a moment to pause and reflect and that is why I wanted to work on this solo too; not just constantly be reaching for the future, but also to think of: What is my past? What have I been working on? A moment to reflect… The work is not necessary a retrospective where you see excerpts of different pieces, but rather fragments, images, small materials that have stayed in my body that I have decided to rearrange into a new dance.

    The work is a lot about memory

    and what stays with you over time.

    In the second video he directs his voice to all young people: “I would say to a young creative person who wants to make any kind of art, not to feel limited by the formats. For myself I was trained as a dancer and choreographer, but I never thought that means all I could do is do gestures on the stage. I was always thinking what is the core of dance it is about movement, about the body and that can relate to many different art forms and that can incorporate many things in my work. I worked a lot with the voice and I think the voice is also a movement and a vibration. I think about it also as a dance. If you are trained in a certain medium or certain form, you can also start to feel restricted by whatever that medium is. I would always say to think outside the box. What are the core elements you are interested in? For me, I am really interested in movement, in the body and that can take a lot of different forms.”

    Body of Work
    fri 01 mar – sat 02 mar 2019

     

    http://theyoungones.desingel.be/wp-content/uploads/2019/02/Daniel-Linehan-Interview-LD.mp4
    http://theyoungones.desingel.be/wp-content/uploads/2019/02/TYO-Daniel-Linehan.mp4

     

     

     

     

    Read More »
  • mixmass echo 2

    18 februari, 2019 • Video • 2313

    Meet Fien Put. One of the youngest spectators at ‘miXmass in deSingel. She had a magical time listening to all those stars at this wonderful festival hosted by B.O.X. As she is a music student of one of the Young Ones,  Jan Sanen, we can offer you this beautiful echo of Mixmass 2019 and suggest you to go to the 2020 edition. Looking forward to Richard Reed Parrys next album ‘quiet river of dust, vol.2’  on which this song will appear!

    http://theyoungones.desingel.be/wp-content/uploads/2019/01/mixmassechorichard-1.mp4

     

     

     

     

     

    Read More »
  • Bach Cellosuites Anne Teresa De Keersmaeker en Jean-Guihen Queyras. Een gesprek met celliste Yunah Proost

    9 februari, 2019 • Geen categorie • 3617

    © Anne Van Aerschot

    ‘Mitten wir im Leben sind’,
    een interpretatie van de cellosuites van Bach
    volgens Anne Teresa De Keersmaeker en Jean-Guihen Queyras, was midden januari 2019 te zien in deSingel. Iedereen die de voorstelling zag, zal ongetwijfeld de danstaal hebben bewonderd. Met haar dansgezelschap Rosas durfde De Keersmaeker een uiterste complexe partituur van Bach om te zetten in een glorie van beweging. Maar complex is het wel gebleven. Het is niet verwonderlijk dat er figuurlijke vragen door het hoofd dwalen na deze inspirerende voorstelling gezien te hebben. Het leek mij de uitgelezen kans een jonge celliste met expertise aan het woord te laten over haar ervaring en bewondering voor cellist Jean-Guihen Queyras waar ze een masterclass bij volgde. Yunah Proost is een merkwaardige jongedame die ik via de muziekacademie “Muzarto” in Kalmthout ken, waar onze moeders collega’s en pianodocenten zijn. We komen beide uit een muzikaal nest en de context van deze voorstelling vormde de perfecte gelegenheid om elkaar na verloop van jaren terug te ontmoeten. Yunah is een bedrijvig talent en was moeilijk te strikken voor dit gesprek (vaak onderweg van Antwerpen naar Keulen en terug). Haar vragen zijn mij per geluidsopname toegestuurd met karakteristiek achtergrond geluid van voetstappen op kasseien, internationale omroepen in een treinstation en lichte achtergrondmuziek. Om te beginnen heb ik haar drie kalibratie vragen gesteld, die ik op prozaïsche wijze aan elke creatieve ziel zou willen stellen. Ze helpen een aantal eigenschappen van iemand te verkennen en ruimte voor vakjargon te geven onder voorwendsel van simpele ‘ijking’ vragen. Met toewijding omarmde Yunah deze vragen met een bezielde uitkomst tot gevolg.

     

    Yunah Proost

    Ze startte haar opleiding aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen in 2014 in de klas van Justus Grimm,
    waar ze in 2017 met glans haar bachelor in de muziek behaalde.
    Vorig academiejaar deed ze een ambitieuze Erasmus ervaring op in Londen bij David Cohen,
    die een reputatie heeft opgebouwd als één van de meest charismatische en spannende jonge cellisten van deze tijd.
    Dat was een fantastische ervaring, maar Yunah is ook blij om nu terug in Antwerpen te zijn
    en voelt hier tijdens haar laatste masterjaar cello erg gunstige wind.
    Ze is bevlogen en erg geïnspireerd om samen te werken met kunstenaars uit andere genres en disciplines.
    Ze was celliste bij ‘Other tales from the Underground’ (2016), een choreografie van Johnny Lloyd (USA).
    Met het Ignis Quartet trad ze in een choreografie van Sidi Larbi Cherkaouien Damien Jalet,
    georchestreerd door Iris Bouche (2016).
    Al van jongs af aan heeft ze een passie voor kamermuziek.
    Zo maakte ze deel uit van de Ignis Quartet (BE), de Dréme Quatet (UK),
    ze werd gecoached door leden van het Fine Arts Quartet,
    Artis Quartet Vienna en de Prazak Quartet. Met de Dréme Quartet won ze de tweede prijs
    bij de Cavatina Intercollegiaal strijkkwartet competitie in 2017.

     

    © Jason Asare

     

     

     

     

     

    Yunah, wat is jouw favoriete vorm?

    Wandelend op straat, besef ik wat voor een fantastische vraag je mij stelt, Lisa.

    Het is echt een vraag waar ik even over na wil denken. De vorm van muziek, komt het eerste in me op. Maar vorm klinkt abstract in muziek omdat het niet meteen een fysieke outcome heeft. We kunnen het wel inbeelden, maar het heeft geen vertoning zoals bij dans en andere fysieke kunsten als schilderkunst en beeldhouwkunst. Als ik in fysieke vorm moet antwoorden dan neig ik te zeggen dat ik alle ronde vormen leuk vind. Nu ik op straat rondloop, merk ik hoe gehoekt dat alles verschijnt in de architectuur.

    Met betrekking tot muzikale vormen als genres en meer specifiek in toepassing op de cello suites zou ik kiezen voor de Sarabende als mijn favoriete vorm. Deze oude Mexicaanse dans komt veelal voor in barokke suites en veel cellisten hebben hun hart eraan verloren. Ze zijn fantastisch om te spelen en te interpreteren. De muzikale zetting van deze dans is homofoon, waarbij de vaak met ornamenten versierde melodie eindigt op de tweede tel, dat is het moment van bijtrekken van de ene voet na de slotpas. Dat is ook naar voor gekomen in de voorstelling. Dat steeds de Sarabendes een diep en sereen moment waren in het stuk.

     

    Mijn leraar zegt: “Uw cello is uw thuis.”

    Dat wordt meer en meer werkelijkheid.

    Het is een plaats waar ik altijd kan terugkomen en waar ik

    thuiskom.

    Vooral, als ik dat specifiek moet zeggen:

    op de vierde positie op de laagste snaar.

     

    Wat is jouw favoriete pose? Een pose waarin jij je graag bevindt of waarin je ontspanning vindt?        
    Een pose die ik graag en vaak aanneem is uiteraard al zittend achter mijn cello. Die vraag past erg onbewust goed in de thematiek van dit gesprek. Ik ben voortdurend op zoek naar een ontspannen pose als ik aan mijn cello zit. Mijn leraar zegt: “Uw cello is uw thuis.” Dat wordt meer en meer werkelijkheid. Het is een plaats waar ik altijd kan terugkomen en waar ik thuiskom. Ik zou ze zeker nemen als pose. Vooral, als ik dat specifiek moet zeggen: op de vierde positie op de laagste snaar. Dat is mijn favoriete pose.
    Een yogapose of ontspanningspose apprecieer ik ook regelmatig. Ik lig heel graag op mijn rug met mijn benen achter mijn hoofd. Dat doe ik dagelijks om tot rust te komen. Tijdens de masterclass met Queyras hebben we veel over houding gesproken omdat dat iets is waar we hard aan werken. Het valt erg op aan hem als cellist hoe ontspannen en beheerst hij achter zijn cello zit. Hij heeft het aan alle leerlingen proberen mee te geven om je houding met schouders helemaal open gesteld te onderhouden. En zoals een acteur je klank projecteren naar het publiek. Ik vond het prachtig om zien tijdens de voorstelling zelf, hoezeer hij dit meester is.
    Ik werk zelf ook regelmatig samen met dansers. En het is boeiend om te zien hoe een cellist ook een houding aanneemt zoals een danser. Het is daarom essentieel om te leren om op eenzelfde manier als een danser beweging te laten prevaleren in je spel. De présénce die je als danser neemt op een podium is helemaal anders dan een muzikant die op een podium stapt. Bij een samenwerking moet een muzikant dat adapteren. En dat heeft Queyras fantastisch gedaan. De manier waarop dat hij zich zittend presenteerde, terwijl hij speelde was echt in één lijn met de bewegingen van de dansers. Dat is echt knap. Zeker als je zo een moeilijk stuk moet spelen om belang te hechten aan uiterlijke vorm. Een fijne vraag om te linken aan de thematiek van de voorstelling.

    Ten derde ben ik benieuwd naar jouw laatste “immersieve” ervaring…

    Wat immersief voor mij betekent- toegepast op concerten en muzikale ervaringen- ik zou zeggen dat ik zo een ervaring zou beschrijven door compleet tijd en plaats te vergeten. Het gaat altijd samen met een verliezen van waar ik ben voor de tijd dat een concert duurt. Ik heb het natuurlijk veel keer beleefd, maar de laatste keer was in Brussel toen ik naar een concert van Kayhan Kahlor ben gaan luisteren. Een bekende Kamancha speler. Hij heeft 1,5 uur gespeeld zonder te stoppen. Een speciale ervaring. Los van zo een muzikale ervaringen kan dat ook op andere momenten gebeuren, in de natuur of als je een persoon ontmoet met een bijzondere connectie tot gevolg.
    Of tijdens de masterclass met Queyras, je luistert naar wat die man te vertellen heeft, je probeert dat binnen te krijgen, je vergeet hoelang het duurt en waar je bent en wie er naar je kijkt. Aan de masterclass heb ik enorm veel gehad. Het was fantastisch de manier waarop Queyras ook het publiek in elke les mee betrok. Omdat het een publieke masterclass was. Dus hij gaf echt les aan de hele zaal, met de leerling in de spotlight als voorbeeld. Hij heeft veel gesproken over boogtechniek. De rechterarm en de vrijheid ervan, wat voor mij als celliste erg belangrijk is. Het is een hele lieve man die erg enthousiast is en veel energie geeft. Erg fijn om op vriendelijke en ontspannen manier les te krijgen. Ik heb met alle andere leerlingen gesproken en was releverend, bijna een openbaring. Het concert van Queyras is uiteraard ook een goed voorbeeld van een bijzondere ervaring, maar ik was hier minder in trance omdat ik ook veel aan het denken was de hele tijd. Ik wilde het concert en de dans tot in zijn puurste vorm begrijpen.

    Vervolgens enkele vragen met betrekking tot de voorstelling:
    Queyras leverde een belangrijke bijdrage in “Mitten wir im Leben sind”. Hij stond Anna Theresa De Keersmaeker en haar dansers ook bij in hun muziekanalyse. Hij liet hen ontdekken hoe er onder de virtuoze bewegingen van de muziek een virtuele baslijn loopt, die heen en weer laveert tussen majeur en mineur, tussen vreugde en droefenis. De Keersmaeker vroeg hem om die baslijn uit te schrijven. Dat legde de grondslag voor de ‘vertaling’ van de muziek naar dans, naar beweging in ruimte en tijd.
    Is het zo eenvoudig? Een noot is één stap, of één draai of sprong? Sprongen en draaien, spiralen omhoog en omlaag, markeren de structurele en gevoelsmatige keerpunten?

    De choreografie en hoe Queyras dat mee gestuurd heeft, is niet voor de hand liggend. Wel is het erg fundamenteel wat hij mee heeft bedacht. Voor de suites is dat net wat wij, cellisten, heel ons leven lang proberen, die muziek begrijpen en een zinvol te interpreteren. En als er één meester is op dat vlak en zeker op vlak van de suites is hij dat wel. Alle opnames zijn daar een bewijs van. Hij heeft de muziek heel erg bestudeerd en is het werk eigen geworden. Het is voor de hand liggend dat hij de frasering mee stuurt. Het vraagt jaren werk om alle dansen in de muziek te begrijpen. Bij de bewegingen heeft hij een belangrijke rol gehad om mee frasering van muziek en dans samen te laten vloeien. Een hele grote uitdaging. Muziek bevat eigen taal en is abstract. De klank bestaat op zich. Het is een fascinerende uitdaging die ze zijn aangegaan.

    En als er één meester is op vlak van de Bachsuites

    is dat wel Jean-Guihen Queyras.

    Alle  zijn opnames zijn daarvan een bewijs.

    Hij heeft de muziek heel erg bestudeerd

    en is het werk eigen geworden.

     

    Bij het lezen en verkennen van het concept van ‘Mitten wir im Leben sind’ vroeg ik me al af: “Wauw hoe gaat die ontmoeting tussen dans en muziek eruit zien?” Voor mij persoonlijk zijn er al zoveel beelden die spreken vanuit de muziek van Bach dat er bijna onmogelijk nog extra beeld bij moet komen. Ik was er heel benieuwd naar. Wat je zei over de baslijn, is een belangrijk element. Een student speelde een Bach stukje en hij haalde de baslijn aan. Dat is onze taak als cellist als we Bachsuites spelen dat we gedurende één beweging de harmonische ondergrond voelen. Het is polyfonische muziek die wordt gespeeld op een niet polyfonisch instrument. Voor de choreografie komt dezelfde harmonische ondergrond terug.

    Qua verhaal is er geen anekdotiek op te merken en de voorstelling is gebaseerd op één fysiek of specifiek element uit de omgeving als rode draad. Laatstgenoemde wordt vaker als het handelsmerk van De Keersmaeker gezien. Toch voel je op elk moment een diepe emotionele kracht. Zie je daar zelf ook kracht in om verhalend te werken op de tweede plaats?

    Algemeen over de structuur van het stuk en de vormgeving vond ik het goed dat het geen lineair verhaal was of geen anekdotiek want de suites zelf spreken niet over een bepaalde gebeurtenis maar beschrijven meer aparte emotionele werelden. In die zin vond ik het mooi dat elke suite door een andere persoon werd gedanst maar De Keersmaeker was als hint telkens aanwezig bij elk stuk. Zo was het een geheel. Zoals ik net al zei, de suites zeggen voor mij al heel veel op zichzelf. Ik had het in het begin vrij moeilijk om mij te focussen op beide dingen. De bewegingen van de muziek is erg apart, dat was in het begin niet altijd de beste overeenkomst met de repetitieve patronen die De Keersmaeker gebruikt. Dat vind ik niet terug in de suites die niet zo repetitief zijn. Het is eerder de emotionele status in de suites waarin de beweging naar voor komt. Per suite komt er een emotionele wereld naar buiten. De beweging van de muziek en de beweging van de dansers samen, moest ik even aan wennen. De twee tegelijk even aandachtig observeren was niet evident. Ik heb soms gericht op één van de twee gefocust omdat de kunst van de toewijding aan één van beide mij beter viel.

    Waar ik in de derde suite voor viel was een fragment waar Marie Goudot danste. Daar gebeurde iets speciaal naar mijn gevoel. Als danseres had ze een mooie muzikaliteit en een fijngevoeligheid voor die de microbewegingen in de muziek had. Dat heb ik gemist in de rest van de suites. Ondanks dat had ik qua licht en enscenering echt bewondering voor de voorstelling. Hoe Queyras op de scène zat en zijn positie veranderde, naargelang de suites vorderde, leverde prachtig detailwerk op. En ook zijn presence als acteur meer dan als een muzikant. Wat Anne Teresa De Keersmaeker doet met de repetitieve patronen en minimalistische insteek en alle werken die ze maakt, vind ik fantastisch en werkt heel goed. Waar ik een beetje bang voor was in het begin is dat ze de suites niet in dezelfde repetitieve stijl zou treffen. De twee tezamen zijn een beetje vreemd. Dat heb ik soms een beetje gevoeld. Er waren veel microbewegingen in de muziek die niet altijd benut zijn geweest. Wat op zich wel oké was want muziek moet ook op zichzelf kunnen bestaan. Maar men zou zich kunnen storen aan het feit dat het niet helemaal op elkaar is afgestemd. Los van dat vond ik het een prachtige voorstelling met veel mooie ideeën. Wat een mooi gegeven was, in het begin van de 5de suite, speelde Queyras vanuit de backstage. We hoorden de droom/ het visioen vanuit de zaal. Dat vond ik waarlijk een prachtig moment.

     

    In Keulen ben ik momenteel voor de opera Cologne met een

    choreograaf Johnny Lloyd een dansvoorstelling voor kinderen

    aan het maken met de titel ‘Toybox’.

     

    © Bart Boodts

    Moest je zelf een opdracht krijgen als celliste om een choreografie te begeleiden onder de noemer: vertolker van morgen. Welke muziek zou jouw voorkeur krijgen?

    Ik werk graag samen met dans, dat is steeds een erg inspirerende samenwerking. Samen met beweging een wereld creëren is een inspirerend proces. Ik heb in Antwerpen al enkele voorstellingen gemaakt met dansers. In Keulen ben ik momenteel voor de opera Cologne met een choreograaf Johnny Lloyd een dansvoorstelling voor kinderen aan het maken met de titel ‘Toybox’. Laatstgenoemde danste recent voor Eastman/ Sidi Larbi Cherkaoui voor het trio Fractus, ook voor de veertigste verjaardag   van de Pina Bausch company en Opera Shell Shock voor La Monnaie in Brussel. Het proces aan deze productie vind ik erg leuk, er is vrijheid om dingen te creëren i.p.v. te vertrekken van een bestaand werk. Ik hoop echt dat ik dat in de toekomst kan blijven doen, dat is een grote ambitie.

     

     

     

    Verder maakt Yunah Proost in mei (informatie over datum en locatie worden nog gecommuniceerd) dit jaar een creatief eindproject voor haar master samen met Johnny Lloyd. Ze maken een voorstelling maken over Azerbaijaanse volksmuziek, Mugham muziek. Het klinkt in mijn oren alvast erg idyllisch. Hier wil je bij zijn!

     

     

    Read More »
« 1 2 3 4 … 19 »

Deel uitmaken van TYO?

Schrijf je nu in!

Zoek een verslag

The Young Ones • Medialab fueled by deSingel