- Daar Gaan We*
We spreken af in een gezellige wijnbar na haar repetitie in het Sint-Anna bos. In de broeierige schemering na een eerste zomerdag in de lente zie ik de ravissante dansdame Tchi-ann Liu ten tonele verschijnen op haar rode koersfiets. Dat deze vrouw in deSingel zal spelen tijdens Bouge B, een jaarlijks terugkerende hoogmis ergens na Pasen waar jong en vernieuwend danstalent zijn verdiende plaats krijgt, deed me een tweetal weken daarvoor toch even fronsen. Tickets werden meteen besteld, want ik kende deze dame nog uit mijn studietijd. Destijds vlak voor mijn afstuderen aan het conservatorium, studeerde zij viool enkele jaren onder mij. Via via en via het web en het bijhorende gezichtenboek wist ik wel dat de viool uit haar zicht verdwenen was en dat ze zich volop op dans had gestort. Dat ze het op korte tijd en met de jonge gezegende leeftijd van 24 toch al tot in het programma van deSingel heeft geschopt is op zijn minst bewonderenswaardig. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Een interview moest en zou plaatsvinden, al was dat interview misschien maar een excuus voor mezelf om te achterhalen hoe ze dit had klaargespeeld, een lekker wijntje te drinken en interessante dingen te weten te komen.
Ze parkeert haar fiets tegen een net te dikke boom, maar slaagt er toch in haar slot er omheen te leggen en haar fiets zo te vrijwaren van eventuele minder eerlijke vinders. We kiezen een lekkere Chileense wijn met toetsen van koffie en munt en een mooie dieprode kleur waarin ik de weerspiegeling van de fonkel in haar ogen zie als ze gepassioneerd begint te vertellen. Amateurinterviewer die ik ben, besluit ik om niets te noteren en vragen, ga ik ervan uit dat het gesprek en de taal ons wel zullen leiden en ik dat later wel zal kunnen vertalen naar een ‘diepgravend’ interview.
- Gaandeweg*
Haar verhaal is er één van vallen en opstaan, letterlijk en figuurlijk. In haar derde jaar viool aan het conservatorium (toch een studie vol prestige) wordt ze geveld door een onnozele keelontsteking en twee maanden platte rust tot in het ziekenhuis toe. Haar lichaam laat haar in de steek, viool spelen lukt niet meer. Ze is genoopt tot nadenken en filosoferen. Haar lichamelijk bewustzijn is gevoed en ze beseft dat viool spelen meer zorgen en stress oplevert dan goed voor haar. Een moeilijke beslissing wacht, ze staat voor een kruispunt met zijwegen (Tchi-ann studeerde zeer kort Taal en Letterkunde aan de universiteit) maar ook met één hoofdweg, aangeduid door een oplichtende wegwijzer, in grote neonletters staat daar ‘dans’ op. Naast viool heeft dans altijd deel uit gemaakt van haar leven. Als bij toeval staat daar ineens een nieuw gebouw van Stéphane Beel waarin een hele dansopleiding gehuisvest wordt. Een jaar harde training om haar lichaam klaar te stomen en een hele hoop overredingskracht (haar ouders moesten overtuigd worden) brengen haar terug in kunstcampus deSingel.
Een onderdeel van de studie dans is een project samen met de muziekmakers, de componisten, van het conservatorium. In een nauwe samenwerking creëren componist en danser(es) een nieuw solowerk dat ze op de scene brengen. Net op het moment dat dit eindproject start slaat het noodlot toe en scheurt ze haar meniscus. Een operatie en revalidatie van minstens een maand wachten. Het noodlot lacht op de koop toe want er zijn 10 componisten en 11 dansers waarvan er eentje op krukken staat bij de eerste kennismaking. Hahaha. Voor de onoplettende lezer: Tchi-ann Liu is degene met krukken. Vallen en opstaan dus, maar dat ze opstaat, daar kan je van op aan. Als een bokser die -tig keer tegen de grond gaat maar toch de kamp wint, als Tom Cruise in The Last Samurai die een les in bescheidenheid krijgt van een zwaardvechter en steeds in het modder moet bijten, (Hé, had ze niet in een bos gerepeteerd vandaag?) maar toch bont en blauw blijft recht komen. De paren hebben zich al lang gevormd als Tchi-ann moedig besluit om zelf op zoek te gaan naar een componist. Samen met jazz-muzikant Thomas Jillings werkt ze aan Organism (de voorstelling op Bouge B waarin Jan Debel Thomas Jillings vervangt).
- Waar gaat dit naar toe?*
Ze springt op het moment van de waarheid. Ze grijpt het moment, haar voorstelling grijpt aan. Ze wordt gespot door één van de programmatoren van deSingel in het publiek. Hoedje af voor de kunstcampus. Steeds meer producten van de samenwerking tussen het conservatorium en deSingel vinden hun weg naar de talrijke podia. Organism vertelt het verhaal van terug kunnen/leren dansen, van steeds meer de ruimte benutten. Liu heeft opnieuw voldoende tijd gehad om de juiste weg te kiezen. Volgt u even mee, want organism is een ingenieus ingewikkeld ontwikkeld systeem. Allereerst speelt de muzikant niet zomaar op een piano. De piano is omgetoverd tot een TCHI-ORGAN. De tonen werden vervangen door samples van Tchi-ann die ze inzingt, zo wordt haar lichaam bespeeld, zo zit zij in of is zij de muziek. In het hele gebouw van deSingel worden geluiden opgenomen die dienst doen als beats, ook die zijn gesampled in de piano, zo komt niet allen Tchi-ann, maar ook het gebouw en de locatie in de muziek. De bewegingen in haar dans zijn ook geënt op kleine dingen in het gebouw. Alles is zeer organisch verwant aan elkaar en vormt een fantastisch geheel. Thomas Jillings heeft een melodie bedacht, louter met cijfers en reeksen. Ieder cijfer is een toon, is een beweging. Op minimalistische muziek en dans gebaseerd verandert er telkens slechts iets kleins. De lichaamsbewegingen zijn in het begin klein en gecontroleerd van op een stoel. Ze kon aanvankelijk immers niet dansen. Wacht tot ze rechtstaat en wat van de controle lost, haar bewegingen verder en verder projecteert tot je er als publiek in meegesleurd wordt, tot het hele gebouw erin vervat zit en dan nog de omgeving en de streek en het land en het continent. Ook de melodie volgt en wordt onbestemd, wordt grilliger en geïmproviseerd naar het einde toe. Alles maakt deel uit van één groot organisme met een muzikant en een muze, een gebouw en een vrouw, een publiek en de ruimte.
Wat een heerlijke wijn. Wat een prachtige melange van smaken en indrukken, hij is als het gesprek dat we voeren. We hebben het verder over koetjes en kalfjes en ook over families en pluk de dag, avontuurlijk zijn, haar woonst boven de Schelde en Antwerpen, over onze studies en het conservatorium, lessen geven, lessen krijgen en toekomstplannen, projecten. Ik hoop van harte dat ze de wereld verovert, dat ze op een volgend kruispunt terug haar hart volgt en uitkomt bij het volgende. Dat de weg lang en mooi moge zijn.
*Deze drie titels maken deel uit van ‘organism’ dat in drie korte passages is onderverdeeld.